Wanneer je op de middelbare school, of zelfs misschien op de lagere school aardrijkskunde hebt gehad, is de kans dat je wel eens van de boomgrens hebt gehoord erg groot. Maar hoe zat dit nou ook al weer? Wanneer je naar een berg kijkt, zal deze erg vaak begroeid zijn met of bomen of struikgewassen. Deze begroeiing kan maar tot op een bepaalde hoogte groeien. Omdat een berg erg hoog is, betekent dit ook automatisch dat er een verschil in temperatuur heerst. Hoe hoger je komt op de berg, hoe kouder het zal zijn. Vooral dus bij hoge bergen zal het in de bovenste gedeeltes van de bergen erg koud zijn, zeker een aantal graden kouder dan bij de voet van de berg. Dit is ook vaak de reden dat er in het dal van een skigebied relatief weinig of zelfs geen sneeuw ligt, en in de bergen wel een mooie laag witte sneeuw ligt. De boomgrens is de grens waarbij het voor bomen niet meer mogelijk is om te groeien. De voornaamste reden hiervan is dat de temperaturen op de hoogte van de boomgrens niet warm genoeg zijn om te groeien. Vooral loofbomen, zoals eiken, kastanjebomen of andere bomen met ronde bladeren zijn niet in staat om onder koude temperaturen te kunnen groeien. Dit heeft te maken met de verdraagzaamheid van de boom, deze boom is simpelweg niet gemaakt voor koude temperaturen en zal dus ook niet lang overleven in een erg koud gebied. Bomen die wel goed tegen kou kunnen, zijn naaldbomen. Deze bomen, die erg op versierde kerstbomen lijken, zijn vaak te vinden in besneeuwde gebieden. Soms worden deze bomen gekapt door particulieren, om zo een kerstboom met lampjes in de woonkamer te kunnen zetten die helemaal zelf gekapt is. Dit geeft vaak toch een beter gevoel dan zomaar een kerstboom bij het lokale tuincentrum kopen, omdat het een boom is die helemaal zelf gekapt is. Dat maakt het toch wat meer eigen. |
Bezoek de bron van dit bericht : https://www.xmasdeco.nl/ |